Mobiele luchtkoeler op basis van waterverdamping is bron van bacteriën
24 juni 2020

Publicatie RCC Bacteriologisch onderzoek 003
Mobiele airconditioners voor woningen gebaseerd op ‘directe’ adiabatische koeling kunnen een bacteriebron zijn. Dat bleek uit een praktijktest met zo’n apparaat. Na drie weken in gebruik was het bacteriegehalte in het waterreservoir hoger dan 3.000 kve/ml. Dat is meer dan 30 keer hoger dan de drinkwaternorm. Voor het RIVM, de GGD Amsterdam en de NVWA was dit echter niet alarmerend.

De laatste jaren worden steeds meer mobiele airconditioners aangeboden die zijn gebaseerd op ‘directe’ adiabatische koeling. Hierbij wordt warmte aan de lucht onttrokken door verdamping. Het verdampte water komt daarbij terecht in de ruimte die moet worden gekoeld. Als specialist in adiabatische koeling voor de utiliteit maak ik me al langere tijd zorgen over de gevolgen van deze apparaten voor de gezondheid.


Test met willekeurig model
De oorzaak van mijn zorgen zijn de mogelijke groei en verspreiding van bacteriën door de betreffende airco’s. Dit kan plaatsvinden wanneer het water onvoldoende wordt gereinigd of vervangen. Vooral bij ouderen kan dit leiden tot gezondheidsklachten, zoals problemen met de luchtwegen. Om mijn veronderstelling te testen, kocht ik op 10 juli 2018 een willekeurig model: een Camry CR 7905, gefabriceerd in Polen. Met behulp van een dompelpompje recirculeert water in het apparaat over een bevochtigingspakket. Het verdampte water wordt bij dit apparaat samen met de gekoelde lucht afgevoerd naar de ruimte waarin het apparaat staat, oftewel de ruimte die moet worden gekoeld.


Toename van absoluut vochtgehalte
Om te testen volgens de gebruiksaanwijzing heb ik met het apparaat drie weken een aantal uren per dag gekoeld. Daarbij heb ik het verdampte water steeds aangevuld met normaal leidingwater, maar niet volledig ververst. Wat betreft de koeling werd ik niet enthousiast: de luchttemperatuur daalde met slechts 2 à 2,5 K. Als bijeffect steeg het absoluut vochtgehalte (gr/kg) en de RV (%) van de lucht, en daarmee ook de gevoelstemperatuur*. Met andere woorden: het wordt minder gemakkelijk om via transpireren de lichaamstemperatuur te regelen.

IMG 6303 scaled
De Camry CR 7905 die gebruikt was voor de test.

Vervuiling van recirculerend water
Wat ik ook constateerde was dat stof en ander vuil op het bevochtigingspakket neerslaat en met het recirculerende (en deels verdampende water) mee spoelt naar de waterbak. Het verdampte water moet regelmatig worden bijgevuld met kraanwater, maar wordt desondanks wel steeds vuiler en dikt ook in. Het gebruik van gedestilleerd water heeft weinig zin, omdat het vuil in de waterbak achterblijft.


Gebrekkige gebruiksaanwijzing
Wat me opviel in de documentatie bij de airco is dat er niets wordt vermeld over de bacteriologische risico’s. Ook ontbreken in mijn ogen noodzakelijke gebruiksaanwijzingen om bacteriegroei en -verspreiding tegen te gaan, zoals het dagelijks verversen van water en het dagelijks reinigen van het watervoorraadtankje en het bevochtigingspakket.

uitslag watermonster
De uitslag van het onderzoek.

Onderzoek in laboratorium
Na drie weken testen heb ik een watermonster uit de waterbak van de airco door het specialistisch bedrijf Omegan Water laten onderzoeken. De monstername en gekoeld transport naar het laboratorium zijn daarbij volgens de voorschriften uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek dat het aantal kolonievormende eenheden (kve, bij 22 ˚C) van het watermonster hoger was dan 3.000 kve/ml. Dat betekent een ernstige bacteriologische vervuiling, de grenswaarde voor drinkwater ligt namelijk op 100 kve/ml.


Toezichthouders ondernemen geen actie
Op basis van dit onderzoek leek het mij van groot belang om het risico van bacterieproblemen bij mobiele airconditioners bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. En ook bij de instanties die toezicht houden op de volksgezondheid. Ik heb daarom het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Amsterdam en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) van mijn bevindingen op de hoogte gebracht. Maar zij reageerden niet of lieten weten dat ze hier geen actie op gaan ondernemen.

Tekst: Peter Uges

Reacties op website: Geachte Heer Uges, Dank u wel voor het mooie en uitgebreide artikel van onderzoek.Wij wonen in Italië en hebben zojuist (gisteren) 3 van deze apparaten aangeschaft op advies van ziekenhuis die het ook nu standaard gebruiken (vooral met het oog op de corona). Hier in Italië echter wordt per 3 liter water 250ml waterstofperoxide 3% toegevoegd. Kennelijk blijft dat ontsmettende spul uit de waterstofperoxide ca. 3 dagen “plakken” op alle muren en blijven zodoende voor die termijn gedesinfecteerd. Ook als mensen besmet met covid19 de ruimte betreden is de ruimte na een paar minuten steriel. Ik denk zeker dat ik uw bevindingen in uw onderzoek opvolg en dagelijks de bak goed omspoel en dan vul met 3 liter water en waterstofperoxide. Wij willen het steeds gebruiken na een bezoek van gasten in ons huis. Wel zo veilig voor de volgende gasten: een gesteriliseerde ruimte. (ook eens per week de filters uitspoelen). Hoe kijkt u hier tegen aan? Zou dit in uw optiek wel een veilige manier van ontsmetten kunnen zijn. Het apparaat kun je ook zonder water gebruiken. Dan is het eigenlijk een mobiele ventilator. Juist de airco’s willen wij laten verwijderen omdat heel droge lucht juist zorgt voor groter risico bij besmettingen. Droge keel en neusholte etc. Daarentegen hoge vochtigheid is juist beter beschermend. Als voorbeeld haal ik aan het advies in de luchtvaart om tijdens het verblijf in het vliegtuig veel te drinken.

Antwoord: U heeft gelijk. Het betreffen hier dus kleine heel goedkope direct adiabatische portabel units, die maar een paar graden koelen. Er zijn ook grotere op de markt die beter voldoen en bekend staan als o.a. Directe Desert- of Swamp-koelers. Vaak zijn die uitgevoerd met voorzieningen tegen het voorkomen van bacteriologische besmetting en Legionella. Het betreft in alle gevallen z.g. Directe Adiabatische koeling met als kenmerk dat de gevormde waterdamp in de te koelen ruimte terechtkomt en daardoor negatief van invloed is op o.a. de gevoelstemperatuur*.
De enige goede methode is het gebruik van z.g. Indirect werkende adiabatische koelers met verdampend water als een puur natuurlijk koudemiddel, waarbij de tijdens het koelen vrijkomende waterdamp naar buiten wordt afgevoerd. Helaas zijn die nog niet als portabel beschikbaar, maar wel in ontwikkeling. Kenmerkend voor al deze systemen is bovendien een extreem laag energieverbruik, waardoor ze gemakkelijk kunnen worden gecombineerd met een zonnepaneel. Water is een steeds groter probleem. Om daaraan tegemoet te komen is nu ook een adiabatische koeler ontwikkeld, die op basis van verdampend zout(zee)water kan koelen. Ook daarvan mag worden verwacht dat deze op termijn beschikbaar komen. Voor meer info over indirecte adiabatische koeling ook geschikt voor zoutwater: zie www.foxusbv.com

Enkele aanvullingen naar aanleiding van overige vragen en reacties
• Het betreft hier een mogelijk bacteriologische besmetting en dus geen virusbesmetting.
• De plaatselijke klimatologische omstandigheden spelen een belangrijke rol, oftewel de temperatuur van de aangezogen en te koelen lucht en de relatieve luchtvochtigheid.
• Wanneer direct- en wanneer indirect? Zie daarvoor op de website van het airco-kenniscentrum bij begrippen: “Directe- of indirecte bevochtigingkoeling”.
• Voor prijzen van rond de 100 euro is het onmogelijk om een redelijk werkende airco aan te schaffen. Voor deze prijzen koop je de bekende kat in de zak**.

De gegevens zoals gemeld aan het RIVM en de NVWA
• De gemeten temperatuurdaling viel erg tegen en was gemiddeld circa 2˚C. Dit komt door een te klein bevochtigingspakket.
• Het verdampte water wordt samen met de gekoelde lucht in de ruimte afgevoerd. Hierdoor daalt daar niet alleen de luchttemperatuur, maar stijgt daar ook de relatieve vochtigheid. Eindresultaat is dat de gevoelstemperatuur vaak niet daalt, maar juist stijgt.

• Er wordt nergens iets vermeld over de bacteriologische risico’s. Die gelden extra voor personen die leiden aan problemen met hun luchtwegen. Dit soort apparatuur moet daarom zeer regelmatig worden gereinigd; dat geldt zowel voor de watervoorraadtank als het bevochtigingspakket.
• Na een drie weken en een aantal uren per dag koelen en voor alle zekerheid opgesteld in de buitenlucht, waarbij het verdampte water steeds werd aangevuld met normaal leidingwater, is een watermonster genomen voor onderzoeken. Resultaat: een koloniegetal bij 22˚ C dat hoger is dan 3000 kve/ml. Dit is mijn reden voor mijn melding bij gezondheidsautoriteiten. Op basis van deze meting mag je verwachten dat sprake zal zijn van een ernstige bacteriologische vervuiling van de gekoelde lucht in de te koelen ruimte. En dat vergelijkbare apparaten overeenkomstige uitkomsten zullen geven. De aanwezigheid van legionella is niet onderzocht. Dit omdat gezien de uitgaande RV (68 tot 70 procent) geen sprake zal zijn van aerosolvorming.

*Gevoelstemperatuur
Bij de gevoelstemperatuur gaat het over het regelen van de lichaamstemperatuur onder invloed van de combinatie ruimtetemperatuur en relatieve vochtigheid. De in een ruimte werkende, recreërende, of sportende personen, regelen hun lichaamstemperatuur vooral door te transpireren. Bij directe bevochtigingskoeling met verdampend water als koudemiddel, komt het tijdens het koelproces vrijkomende vocht in de te koelen ruimte terecht. Hierbij zal enerzijds de temperatuur dalen, maar anderzijds juist de RV sterk oplopen. Bij een hogere RV heeft het transpireren van de aanwezigen minder effect. Gevolg: bij een acceptabele ruimtetemperatuur, stijgt dan de gevoelstemperatuur onder invloed van die hogere RV en is sprake van een minder aangenaam en soms zelfs benauwd aandoend binnenklimaat. Personen met hart en vaatzieken en die leiden aan aandoeningen van hun luchtwegen zoals astma, hebben hiervan extra last.

**Kat in de zak
De bij de Camry meegeleverde en eerst te bevriezen cartridges om daarmee de watertemperatuur te verlagen en daardoor extra te kunnen koelen, is pure onzin. Immers de koelcapaciteit wordt uitsluitend bepaald door de aangezogen luchttemperatuur met bijbehorende percentage relatieve vochtigheid en niet door de watertemperatuur. Dit wordt duidelijke aan de hand van het Mollierdiagram voor vochtige lucht.


Geluidseis warmtepomp leidt tot hogere bouwkosten

28 mei 2019

Afbeeldingsresultaat voor warmtepomp op dak

De nieuwe geluidseisen voor warmtepompen die straks tegelijk met de nieuwe bouweisen voor BENG gaan gelden, brengen een verhoging van de bouwkosten mee. In de nieuwbouw gaat het om een bedrag tussen de 3,1 en 7,7 miljoen euro per jaar, in de bestaande bouw kunnen de kosten tot bijna 40 miljoen euro oplopen.

Minister Kasja Ollongren van Binnenlandse Zaken beloofde het vorig jaar juli al. Zij zou met geluidseisen komen voor de buitenunits van warmtepompen. Welnu, de eisen zijn er. Warmtepompen mogen buitenshuis een geluidsniveau van maximaal 40 decibel halen. Deze week stuurde de minister de wijziging van het Bouwbesluit die dat mogelijk moet maken naar de Tweede Kamer. Maar de geluidseis heeft wel een prijs. Sira Consulting heeft voor het ministerie uitgerekend dat door invoering van de geluidseis de bouwkosten structureel met een bedrag van 22 tot 47 miljoen euro per jaar kunnen oplopen.

Koeling

Nu Nederland alles in het werk stelt om van het aardgas af te komen, zetten beleidmakers en ontwerpers massaal in op de toepassing van warmtepompen. Het grote nadeel is echter het geluid dat een warmtepomp produceert, zeker als die pomp ook in de zomer aanstaat om voor koelte te zorgen. Daarom beloofde minister Ollongren afgelopen zomer om paal en perk te stellen aan het geluid dat zo'n apparaat mag maken. Dat geluidsniveau mag nu maximaal 40 decibel zijn op de perceelgrens, of, in het geval van appartementengebouwen, het te openen deur of raam van de buren. De regel is geschreven met de warmtepomp in gedachten, maar geldt ook voor airco's en andere apparaten die bedoeld zijn om woningen te verwarmen of te koelen.

Buitendeel

Warmtepompen hebben, net als airco's, vaak een buitendeel. In dit geval is het buitendeel op het dak geplaatst, nabij de tuin van de buren. Op dit moment voldoet het gros van de warmtepompen niet aan de geluidsnormen. Dat betekent dat er veelal met een geluiddempende omkasting zal moeten worden gewerkt. De prijzen voor die omkasting variëren sterk. De goedkoopste omkastingen zijn voor 750 euro verkrijgbaar, maar er zijn ook systemen die bijna 4.000 euro kosten. De duurste variant zal waarschijnlijk niet worden toegepast bij individuele warmtepompen.

Met name in de bestaande bouw brengt de toepassing van warmtepompen extra kosten met zich mee, grofweg tussen de 20 en 40 miljoen euro per jaar. Maar BZK gaat ervan uit dat de groei van de vraag naar warmtepompen ertoe zal leiden dat steeds meer warmtepompen zonder speciale maatregelen al voldoen aan de gestelde geluidseisen.

BENG-eisen

De nieuwe geluidsnorm wordt van kracht op het moment dat ook de nieuwe bouweisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG) van kracht worden. Dat zou oorspronkelijk op 1 januari 2020 zijn, maar is uitgesteld. Een nieuwe datum moet komende maand bekend worden gemaakt. Behalve eisen aan het geluidsniveau van 'buiten opgestelde installaties voor koude- of warmteopwekking', zoals in de wijzigingen van het Bouwbesluit staat, worden er ook regels opgesteld voor het gebruik van purschuim voor isolatie en de veiligheid op bouwterreinen.


Danfoss approves lower GWP options for DSH scrolls

DENMARK: Danfoss has approved its DSH scroll compressor range for use with R454B and R452B refrigerants, the lower GWP alternatives to R410A.

DSH scrolls, widely used in commercial chillers and rooftop systems using R410A, benefit from Danfoss’ intermediate discharge valve (IDV) technology to enhance seasonal part-load cooling efficiency. 

Danfoss says the compressors’ multi-refrigerant compatibility, along with similar drop-in performance versus R410A, is designed to make refrigerant transition as easy as possible for OEMs without the need to make radical system alterations.

R452B is a blend of R32, R125 and R1234yf with a GWP of 698. R454B does away with the R125 component for a lower GWP of 466. Both are “mildly flammable” A2L refrigerants.

Matthieu Stoll, director of a/c marketing at Danfoss Cooling, said: “Around the world, refrigerant transition is happening at different speeds. By using Danfoss DSH scroll compressors with IDVs, OEMs can now respond to market changes more easily – whether that’s new efficiency requirements or the GWP phase down. And with a GWP level of 466, R454B in particular can be viewed as a potential long-term solution.”


MHI plans Euro launch of small split using refrigerant R454C

JAPAN: Mitsubishi Heavy Industries has announced what it claims is the first small residential air conditioning system using lower GWP refrigerant R454C.

The demonstration unit is said to offer significant environmental progress over the current R410A and R32. In addition, MHI says it has overcome the shortcomings of the R454C, such as, for example, using proprietary technology and other measures to optimise heat exchanger flow.

Developed and marketed by Chemours as Opteon XL20, R454C is a blend of R32 and R1234yf. With a GWP 148, it is classified as an A2L “mildly flammable” gas.

MHI says preparations are underway towards mass production with an eye on an initial launch into the European market.

Last year, Mitsubishi Heavy Industries introduced a commercial air-source heat pump using R454C.


Bosch introduces R32 air conditioners

UK: Bosch has launched a new range of domestic and small commercial air conditioning splits and multisplits running on lower GWP refrigerant R32.

A key feature of the new range is the introduction of refrigerant leakage detection. This is designed to ensure the safety of users and environment while protecting the compressor from being damaged by shutting down the unit and warning users in case of a leak.

Bosch RAC split range is available in four different cooling outputs: 2.6kW, 3.5kW, 5.3kW and 7kW with wall mounted indoor units. The SCAC range is available in 5.3kW, 7kW, 10.5kW 1-phase; 14kW 3-phase cooling output models and a choice of Cassette or ducted indoor units.

 

The multisplit range can connect two to five indoor units to one outdoor unit. It is available with wall-mount and cassette indoor units. Cooling outputs are 5.3kW, 7.9kW, 10.5 kW and 12.3kW.

The range also features follow me function which transfers the conventional room temperature measuring function from indoor unit sensor to a built-in wired or wireless controller sensor. This allows the unit to accurately maintain the temperature according to the user’s location.


Adiabatisch koelen in de praktijk: duurzaam, maar ook kosteneffectief?

(artikel) Adiabatisch koelen is relatief eenvoudig en energiezuinig. De energie die nodig is voor het verdampen, wordt rechtstreeks onttrokken aan lucht die daardoor afkoelt. Is het breed en kosteneffectief toepasbaar?

Tekst: Martijn Louws

Adiabatisch koelen is een techniek waarbij lucht wordt gekoeld door het laten verdampen van water. De energie die nodig is voor dat verdampen, wordt daarbij onttrokken aan de lucht, waardoor deze afkoelt. Adiabatische koeling kent twee verschillende vormen: direct en indirect.

Indirecte versus indirecte koeling
Bij directe adiabatische koeling wordt de lucht na bevochtiging direct in een ruimte ingeblazen. De verdamping van water tijdens de aanvoer zorgt voor afkoeling van de aangezogen lucht. Op hetzelfde moment neemt de luchtvochtigheid toe. “Daarom is directe adiabatische koeling alleen geschikt als de luchtvochtigheid in de te koelen ruimte niet zo van belang is, bijvoorbeeld in productieruimten”, stelt adviseur Fons Pennartz van KWA.
Het alternatief is indirecte adiabatische koeling. In dat geval wordt aangezogen buitenlucht in een warmtewisselaar gekoeld. Daarna wordt een deel van deze lucht gebruikt om dezelfde warmtewisselaar aan de andere zijde door bevochtiging te koelen. Ook zijn er systemen waarbij met verdampend water in de retourlucht de aangezogen buitenlucht via een WTW indirect wordt gekoeld. Het vocht dat nodig is voor de verdamping komt op die manier niet binnen. Deze methoden zijn complexer dan directe adiabatische koeling, maar beter geschikt voor gebruik in ruimten waar de luchtvochtigheid constant moet blijven, zoals scholen, woningen en utiliteitsgebouwen.

Voor een zeker adiabatisch koelvermogen is meer lucht nodig, en daarmee grotere luchtkanalen.

Beperking in toepasbaarheid
Over het algemeen geldt dat hoe warmer de lucht buiten is, hoe effectiever adiabatisch koelen wordt. “Bij temperaturen van rond de 30 °C kan de lucht met 7 à 8 °C of meer (bij dauwpuntkoeling kun je van 30 °C naar 18 °C koelen, -red.) worden afgekoeld”, vertelt Pennartz. Tegelijkertijd stelt hij ook dat hoe vochtiger de lucht is, hoe geringer het effect. “Dit betekent dat je heel goed moet vastleggen wat je kunt afkoelen in welke periode. De toepassing ervan is dus deels beperkt.”
Arthur van der Lee van Dutch Climate Systems (DCS) is het met hem eens. “Je bent afhankelijk van de buitentemperatuur. Het vochtgehalte in de lucht bepaalt hoeveel je kunt koelen. Is er te veel vocht, dan kun je weinig koelen. Zeker in utiliteitsgebouwen kan dat nog weleens een probleem geven.” Toch zijn er oplossingen voorhanden. “DCS is ontwikkelaar en leverancier van het Dry to Cool-systeem”, aldus Van der Lee. “Wij zetten een droger voor de verdampingskoeler, waardoor we altijd voldoende koelvermogen hebben en houden.”

Meenemen in het ontwerp
Het zijn ontwikkelingen die ervoor zorgen dat adiabatische koeling steeds meer wordt omarmd, en niet alleen door datacenters. Pennartz: “Het is belangrijk om deze koelmethode al bij het ontwerp van het gebouw mee te nemen. Voor een zeker adiabatisch koelvermogen is namelijk meer lucht nodig, en daarmee grotere luchtkanalen. Het voordeel is wel dat architecten tegenwoordig vooral gebouwen met veel open ruimten ontwerpen, en daarin is deze koelmethode zeer goed te integreren. Dit in tegenstelling tot bij oude gebouwen, vaak vierkante blokken dozen waar je alleen met luchtkanalen tot in de kern kunt toetreden.

TCO
Bij de keuze voor een systeem is de total cost of ownership (TCO) een belangrijke factor. Als gekozen wordt voor (indirect) adiabatische koeling als basissysteem zal dat qua aanschaf wellicht gelijkwaardig of duurder zijn dan een conventioneel systeem. Eenmaal in werking opereert het echter  energie-efficiënter, zodat de operationele kosten lager zijn.

Schematische weergave van een lokale unit van het Dry to Cool Multisplit-systeem dat is geïnspireerd op het principe van VRF.


Oplossing voor oudere gebouwen

In dit type oudere gebouwen is het dus lastiger om al die luchtkanalen te integreren.” Toch zijn daar ook oplossingen voor. “We hebben het Dry to Cool Multisplit-systeem, dat is geïnspireerd op het principe van een VRF-systeem”, legt Van der Lee uit. “Het systeem bestaat uit een centrale unit die is gecombineerd met meerdere lokale units die ieder een apart zone van het gebouw klimatiseren. Doordat de buitenlucht via de centrale unit wordt aangezogen, kan hij worden gedroogd. Vervolgens wordt hij door de lokale unit verder bewerkt voor koeling, warmteterugwinning en ventilatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het bestaande ventilatienetwerk.” Het systeem is geïnstalleerd door DCS, in een gebouw van het Goois Natuurreservaat in Hilversum. “We zijn nu ook bezig in Amsterdam, en het systeem werkt goed”, aldus Van der Lee.

Combinatie met een warmtepomp
Toch blijft de vraag staan waarom je zou kiezen voor een systeem dat alleen koelt, terwijl je bijvoorbeeld met VRF zowel kunt koelen als verwarmen. “Ten eerste is adiabatisch koelen een stuk efficiënter. Op de koeling bespaar je gemiddeld 88 procent energie ten opzichte van een conventioneel systeem. Daarnaast zijn koudemiddelen overbodig, terwijl de conventionele VRF-systemen F-gassen gebruiken”, zegt Van der Lee. Bovendien is adiabatische koeling volgens hem prima te combineren met WTW, een warmtepomp of een warmtenet. “Wij hebben bijvoorbeeld een warmteblok geïntroduceerd waarmee gebouwen kunnen worden verwarmd, gewoon door gebruik te maken van dezelfde kanalen en regelingen. Hierbij wordt water vanaf de warmtepomp of het warmtenet door het verwarmingsblok gestuurd dat aan de unit is gekoppeld. De warme lucht wordt vervolgens het gebouw ingeblazen.

Tegenstroomwarmtewisselaar met hoog rendement
Voordelen bij het concept dat Van de Lee beschrijft is dat je geen radiatoren nodig hebt en er geen koudemiddel in het gebouw aan te pas komt. Het systeem dat Air@Work ervoor heet ontwikkeld is de Fairtype. “Die is gebaseerd op een tegenstroomwarmtewisselaar met hoog rendement voor warmteterugwinning in de winter, en een geïntegreerde indirecte adiabatische inrichting voor koeling in de zomer”, legt marketing specialist Marius Klerk van het bedrijf uit. Indien gewenst kan deze opstelling worden aangevuld met een warmtepomp, voor gebruikmaking van restwarmte. “De aanvullende koeling levert in de retourlucht meer indirect adiabatisch koelvermogen, dus hergebruik van de energie.”

Recente ontwikkelingen
Het in R&D gespecialiseerde FoXus B.V. ontwierp een nieuw type indirecte verdampingskoeler. Basis van het concept is de verlaging van de oppervlaktespanning, zonder waterbehandeling toe te passen. Procesmatig is daarbij sprake van dwarsstroom in plaats van tegenstroom, en net als bij DX blijft de verdampingstemperatuur tijdens het gehele koelproces gelijk. De waterverdeling werkt zonder nozzles, zonder een pompje, en hij is aanzienlijk verbeterd dankzij het gebruik van de ontwikkelde adsorptie met waterboarding-technologie. De grote winst zit enerzijds in een geoptimaliseerde waterverdeling, en anderzijds in een sterk verlaagde drukval van de proceslucht.
In tests is vastgesteld dat de koelcapaciteit toeneemt met 15 tot ca. 30 procent per vierkante meter warmtewisselend oppervlak. Zelfs bestaande installaties kunnen worden aangepast, met opmerkelijke resultaten. Zo werd in 2016 de installatie bij Sparkling Projects en het kantoor van de KNVvK succesvol aangepast.


Vergelijking met wko en VRF

Adiabatisch koelen kan dus goed worden gecombineerd met een warmtepomp, waardoor het systeem minder afhankelijk is van de buitenluchtcondities, stelt ook Pennartz. “Naar behoefte koelt of verwarmt de warmtepomp de aangevoerde buitenlucht extra.” Adiabatisch koelen in combinatie met een warmtepomp is volgens Pennartz een energiezuinige oplossing. “Deze oplossing is daarmee een alternatief voor de relatief duurdere wko-installatie. Het zijn beide duurzame methoden, maar daarbij moet wel worden aangetekend dat de warmtepomp bij een wko-installatie een beter rendement haalt. De reden daarvoor is de seizoensopslag. Overtollige warmte of koude wordt opgeslagen in de grond en kan later worden hergebruikt. Bij adiabatisch koelen en verwarmen wordt de lucht afgeblazen, waardoor de warmte of koude verloren gaat.” Ook in vergelijking met een chiller of VRF-systeem heeft adiabatisch koelen zowel voor- als nadelen. Adiabatisch is energie-efficiënter, maar met name bruikbaar voor topkoeling. Daarbij wordt alleen ‘de top’ van de te hoge temperatuur weggekoeld. Een VRF-systeem is omkeerbaar en kan daardoor zowel volledig koelen als verwarmen, het hele jaar door.

Verdampingskoeling in het kantoorpand van Sparkling Projects en de KNVvK (zie kader ‘Recente ontwikkelingen’).

Adiabatisch bevochtigen
“Voor dergelijke systemen is echter wel een koudemiddel nodig, liefst met een lage GWP-waarde”, vult expert Peter Uges aan. En hij stipt daarbij nog een belangrijk aspect aan: “Vanwege de koudemiddelen in een VRF-systeem zijn er altijd diploma’s nodig om het onderhoud te mogen uitvoeren.” Uges bevestigt dat adiabatisch koelen in combinatie met een warmtepomp, stadswarmte of WTW-unit mogelijk is. “De meeste nieuwbouw is tegenwoordig potdicht. Men moet dan dus ventileren, en in de zomer ook koelen om te voorkomen dat de temperatuur te hoog oploopt. En in de winter moet er bovendien vaak worden bevochtigd vanwege de te droge lucht. Het adiabatische proces is daarvoor zeer geschikt.” In de koude maanden draait de ventilatie namelijk continu en zorgt de WTW-unit voor de toevoer van verse buitenlucht die bij vrieskou nauwelijks vocht bevat. Dit geeft een sterke daling van de rv-waarde, en dat is in de meeste gevallen een ongewenst effect. Door een adiabatisch systeem voor de toevoerlucht te plaatsen, wordt de lucht automatisch bevochtigd en de ruimte ingeblazen. Wel zal de temperatuur hierdoor dalen. In de wintermaanden kan dat worden opgevangen door een elektrisch element voor de waterverdamper in te schakelen.

Betaalbaar hybride systeem
Gekoeld ventileren wordt steeds belangrijker voor gebouwen. Indirecte adiabatische koeling is daar volgens verschillende experts bij uitstek het geschikte systeem voor. “Zeker voor scholen, woningen en utiliteitsgebouwen”, aldus Klerk van Air@Work. Als de klimaateisen strikter worden, kan met de juiste samenstelling van componenten een aantal energie-efficiëntievoordelen worden behaald, stelt hij. “Door het toepassen van een tegenstroomwarmtewisselaar is zowel in warmteterugwin- als in koelbedrijf een hoog rendement te behalen. Door de lucht voorafgaand te drogen, na te koelen of te verwarmen met restwarmte, of te bevochtigen ontstaat een duurzaam en betaalbaar hybride systeem.”

 

Nieuw begrip: Dampdichte of dampremmende laag, Oppervlaktespanning en Transkritisch


Is this the future for air conditioning?

USA: The development of a high speed compressor working with a low pressure refrigerant could herald a low gwp, non flammable future for air conditioning.

US air conditioning manufacturer Carrier has developed a prototype high speed screw compressor and tested it with a new low pressure, non flammable HFO refrigerant as a potential long term solution for air conditioning systems.

As the world moves towards refrigerants with low GWPs, the air conditioning industry has been left largely adrift with, seemingly, no long term, non-flammable alternative for R410A in the dominant DX sector.

The refrigerant R32, along with Honeywell’s recently announced R466A, offer a lower GWP option, but their respective GWPs of around 700 make them unsustainable long term. Industry experts have estimated that under the global phase down regimes average GWPs will eventually need to be around 400.

In addition, popular thinking has previously maintained that, apart from CO2, any potential long-term low GWP refrigerant will exhibit some degree of flammability – a characteristic unsuitable under current and proposed standards and building codes for all but the smaller DX air conditioning systems.

While much of the current development work is being kept under wraps, manufacturers and refrigerant developers are known to have been working on the possibility of using low pressure HFO refrigerants with high speed compressors.

HFOs offer very low GWPs and some, like R1233zd, are non-flammable under normal operating conditions. R1233zd has already been adopted and proven by chiller manufacturers as an alternative to the use of ozone-depleting R123 in low pressure systems.

However, there are significant challenges for those seeking to deploy these refrigerants in air conditioners. Current scroll or rotary technologies may not be suitable to be applied in such low density refrigerant systems, as large increases in volumetric flows will be required in order to match the cooling capacity of R410A.

Mini screw

US manufacturer Carrier has broken cover to reveal details of what it is calling the Mini Screw. This newly-developed prototype screw compressor employs a new rotor design and a high speed permanent magnet motor to obtain a flow volume of 19.8 litres/s.

Screw compressors are well-suited for large volumetric flow, but it required a complete redesign to produce a compressor for typical R410A air conditioning applications.

Carrier says that the absence of unbalancing components such as pistons, counter weights, discharge valves, Oldham rings, vanes, etc, provides the screw compressor with a distinct advantage, particularly at high speeds.

 

Details of the compressor’s development and testing were presented in a paper by Carrier engineers Masao Akei, Vishnu Sishtla and Scott MacBain, entitled Mini Screw: the development of a high-CFM compact compressor for LGWP A1 low pressure refrigerant, presented at the 10th International Conference on Screw Machines in Germany in September.

The refrigerant

The choice of refrigerant for the tests is a surprise. It has previously been rumoured that tests have been carried out by unnamed manufacturers with Honeywell’s HFO 1233zd but, in this particular test, Carrier was working with a Chemours development refrigerant known as DR-12.

The Cooling Post believes DR-12 to be the HFO 1336mzz(E). Not much attention has been paid to this refrigerant, so far, but it is said to be be non-flammable and non-toxic. It is currently going through the ASHRAE classification process.

Also, 1336mzz(E) shouldn’t be confused with its “sister” refrigerant 1336mzz(Z). Although it’s basically the same molecule, it has a different arrangement of atoms, and this affects its characteristics. Both refrigerants are considered as potentials for high temperature heat pumps and organic Rankine cycle systems. R1336mzz(Z) is also already employed as a main component of R514A, a replacement for R123 in chillers.

HFO1336mzz(E) is less well known. Its critical temperature is 137.7ºC, and it has a boiling point of 7.5ºC. We also know it has a GWP of 32 (or 18 under ARP5).

Significantly, Carrier also maintains that 1336mzz(E) only requires a 7x increase in volumetric flow capacity to match R410A, compared to 10x with 1233zd.

Separate tests carried out by Chemours at 175ºC are said to have shown 1336mzz(E) to be very stable and compatible with POE oil, as well as the metals aluminium, copper and steel.

The compressor

The Carrier prototype compressor was designed for a 17.6kW capacity at 11,000rpm and 4.4kW at 2,500rpm. This was achieved in a body of similar size to current R410A compressors.

Tests were performed in accordance with ASHRAE’s compressor testing standard 23.1, and the compressor was said to have been run for more than 800 hours without any issues.

These are early days in testing this technology and, although the initial performance did not reach that of current R410A compressors, the gap was only 4-11%. Carrier’s engineers are confident that they can make it outperform the R410A compressor with further optimisation of areas such as bearings, motor, oil, gas passages, etc.

Continued development

When contacted, Chemours could not confirm or deny our story, nor would it confirm the identity of DR-12. However, speaking generally, Chemours’ Opteon global business director Joe Martinko said: “We are very encouraged by the feedback we have received from the market on DR-12, which has particularly distinctive stability and performance in a wide range of applications, including heat transfer. We look forward to continued product development and testing of this unique offering.”

Carrier’s work is ongoing and you can expect to hear more from other manufacturers combining high speed compressors with low pressure refrigerants in the future.

A copy of the research paper can be found here.

Bron: https://www.coolingpost.com/world-news/is-this-the-future-for-air-conditioning/


 

Onderzoek naar een optimalisatiemodel voor transkritische CO₂-airconditioning

Een onderzoeksteam uit India doet onderzoek naar de impact van koudemiddelvulling op de systeemprestaties van transkritische CO₂-airconditioning. Onlangs werden enkele resultaten gepubliceerd.

Mihir Hazarika en zijn collega’s werken aan een digitaal optimalisatiemodel voor airconditioning op basis van een transkritisch CO₂-systeem. Bij de groeiende vraag naar airconditioning wordt steeds vaker het accent gelegd op natuurlijke koudemiddelen. CO₂ is een goede optie, maar heeft een zeer lage kritische temperatuur (31,1 °C). Bij warme buitentemperaturen is warmtebeheersing dus belangrijker dan warmteafvoer.

Ladingsvariatie en COP

Het nieuwe digitale model van Hazarika c.s., uitgebreid met een experimentele testomgeving om de theoretische berekeningen te toetsen, laat zien dat er een optimale COP-waarde bestaat per omgevingssituatie. Bij een ladingsvariatie van +/- 18 procent ten opzichte van de optimale waarde verandert de COP-waarde nauwelijks. Zodra men er overheen gaat, neemt de COP-waarde echter direct significant af. Ook geldt dat hoe warmer de ruimte wordt, hoe sneller de COP-waarde daalt: met ongeveer een kwart per 10 K. Ook de snelheid van de luchtstroom in de gaskoeler heeft sterke invloed op de efficiëntie van het systeem. De onderhevige studie toont duidelijk de behoefte aan een geschikt systeemontwerp en een beheersbare controlestrategie, waardoor een goede afstemming van koudemiddelen en luchtstroom de systeemprestatie kan optimaliseren.

Onderzoek naar transkritische CO₂-airconditioning: de impact van koudemiddelvulling op systeemprestaties
Onderzoekers: Mihir M. Hazarika, Maddali Ramgopal (IIT Kharagpur) en Souvik Bhattacharyya (BITS Pilani)
Uit: International Journal of Refrigeration 89 (2018), pagina 22-39.


Chillventa trok meer exposanten en bezoekers dan eerdere edities

Volgens de beursorganisatie was de Chillventa dit jaar “een doorslaand succes”. Het evenement trok meer standhouders, meer bezoekers en had een grotere beursvloer dan de voorgaande edities.

“We zijn heel blij met het uitstekende resultaat van Chillventa 2018. Na tien jaar bereikten we opnieuw een mijlpaal, door
1.019 exposanten van over de hele wereld aan te trekken”, aldus Daniela Heinkel, beursdirecteur van NürnbergMesse. “De kers op de taart was echter het recordaantal bezoekers: dit jaar mochten we 35.490 professionals verwelkomen. Niet alleen de cijfers maakten indruk, ook de fantastische sfeer in de hallen waar experts elkaar konden ontmoeten. Chillventa heeft wederom bevestigd dat het de belangrijkste bijeenkomst voor de internationale HVAC-gemeenschap is.”

Bron:https://www.koudeenluchtbehandeling.nl/


Aeres Tech neemt beheer over van airco-kenniscentrum.nl

 Het Expertisecentrum Koudetechniek van Aeres Tech in Ede heeft de gehele inhoud en het beheer van de veel geraadpleegde website www.airco-kenniscentrum.nl overgenomen van eigenaar/beheerder Peter Uges. De website bevat een schat aan onafhankelijke informatie over innovaties in de luchtbehandeling. De informatie is met name gericht op gebruikers van airconditioners en opdrachtgevers die er een willen aanschaffen of een luchtbehandelingsinstallatie willen laten bouwen.

“Bedrijven blijken zelf nogal eens terughoudend te zijn met het verstrekken van objectieve informatie”, zegt Uges, de pensionado die inmiddels de zeventig ver is gepasseerd en geen opvolger heeft om de inhoud van de website te actualiseren en bij te houden. Het Expertisecentrum Koudetechniek van Aeres Tech heeft die inhoudelijk kennis wél, is net als Uges onafhankelijk en graag bereid om het beheer van de site over te nemen.

Uges draagt de website ‘om niet’ over. Hij is een bekende persoonlijkheid binnen de KNVvK, de technisch wetenschappelijke vereniging voor luchtbehandeling en koudetechniek. Inmiddels heeft hij er onderhand een levenslange carrière opzitten als bestuurslid en (ere)lid van deze vereniging. Ook na zijn pensionering is hij zich blijven inzetten voor verspreiding van kennis en informatie. Daarnaast spant hij zich in om jonge mensen enthousiast te maken voor de koudetechniek.

Mede daarom heeft Uges zes jaar geleden de website airco-kenniscentrum.nl opgezet. Hij deed dat met steun van leden van zijn ‘eigen’ KNVvK én van ISSO, het kenniscentrum voor de installatietechniek. De website is een vraagbaak voor iedereen die onafhankelijke informatie zoekt over het gebruik, installatie en onderhoud van airco- en luchtbehandelingsinstallaties.

“De communicatie tussen ons vakgebied en de gebruiker is nog steeds wel eens lastig”, zegt Uges. “Dat geldt natuurlijk niet voor een visboer. Die weet heus wel dat de maden zijn boeltje naar buiten dragen als hij niet goed koelt. Maar airco en luchtbehandeling is ingewikkelder. Hoe vaak hoor je mensen niet klagen dat het te koud is op kantoor. Of juist te warm? We communiceren vaak niet goed wat het allemaal is, wat het doet en hoe het werkt. Voor leken is dat vaak te technisch en dus moeilijk te begrijpen. Het airco-kenniscentrum.nl is het platform waar iedereen de informatie kan vinden die hij nodig heeft.

Per maand krijgt de website gemiddeld ruim 8000 unieke bezoekers. Die bezoekers kijken het meest onder thema’s als innovatie, luchtbehandeling, regelgeving en aanbevelingen. Maar ook op onderwerpen als duurzame energie, onderhoud, warmteterugwinning en bijvoorbeeld bevochtigingskoeling wordt veel gezocht. Uges: “Het leuke is dat we merkten dat niet alleen gebruikers en opdrachtgevers de website gebruiken, maar ook deelnemers aan vakinhoudelijke cursussen”. Dat leidde ertoe dat de website ook wordt gebruikt om belangstelling voor het vakgebied aan te wakkeren onder jongeren en zijinstromers. “Het lag dan ook voor de hand dat een opleidingsinstituut als Aeres Tech (vroeger PTC+) het beheer van de website gaat voortzetten”, zegt Uges.

Voor Aeres Tech is de website een welkome loot aan de stam, zegt Jaap Wouda, communicatieadviseur. “Het uitdragen van kennis en informatie over koudetechniek en luchtbehandeling is voor Aeres Tech ‘core business’. Wij zijn als vaste uitvoerder van het hele opleidingsprogramma van Opleidingscentrum GOº natuurlijk heel blij dat Peter Uges naar ons heeft gekeken om de website voort te zetten. Onze trainers beschikken niet alleen over de juiste actuele kennis over innovaties in de koudetechniek, maar ook over de vaardigheden om dat aan anderen over te dragen. De website is bij ons in goede handen, daar kan Peter Uges op rekenen.”

Meer informatie:

www.aerestech.nl

www.airco-kenniscentrum.nl


Nieuwe rekenmethode voor warmteverlies bij hoge ruimten in ISSO-publicatie 57

De steeds strengere energieprestatie-eisen beginnen hun vruchten af te werpen: gebouwen koelen veel minder snel af en zijn steeds luchtdichter. Daarom veranderen ook de waarden die we voor warmteverlies moeten hanteren. ISSO-publicatie 57 bevat daarom een nieuwe methode voor warmteverliesberekeningen in industriële ruimten en ruimten met een hoogte van meer dan vier meter.

Op Europees niveau is onlangs in de NEN-EN 12831, Deel 1, een nieuwe rekenmethode vastgesteld met aangepaste waarden voor warmteverlies. De rekenmethode vormt de basis voor de nieuwe ISSO-publicatie 57Warmteverliesberekeningen voor gebouwen met hoge ruimten’. Daarmee is te berekenen wat het benodigde vermogen moet zijn voor verwarmen. Vaak zijn gebouwen met zulke hoge ruimten voorzien van verwarmingssystemen als luchtverwarmers en (in)direct gestookte stralingspanelen of vloerverwarming. Grote glasoverkapte ruimten (vides en atria) kunnen ook met deze ISSO-publicatie worden berekend.

Bruikbaar voor nieuwbouw en bestaande bouw

De berekeningsmethode is te gebruiken voor gebouwen die voldoen aan de (nieuwbouw) eisen van het Bouwbesluit, en voor bestaande gebouwen die daaraan niet voldoen. Verder is de methode geldig voor direct gestookte verwarmingssystemen en indirect gestookte verwarmingssystemen, zoals die in hoge ruimten worden toegepast.
Met de berekeningsmethodes in ISSO-publicatie 57 zijn het transmissie- en het ventilatiewarmteverlies te bepalen, net als de toe te rekenen toeslag na nachtverlaging /sluiting tijdens het weekend of als materialen zijn ingevoerd met een afwijkende temperatuur. Een aantal voorbeelden in ISSO-publicatie 57 lichten de methodiek toe.

De nieuwe ISSO-publicatie 57 is beschikbaar in de ISSO-KennisBank.


 

Wijzigingsblad A1 bij NEN 7120 gepubliceerd

Als het gaat om de bepaling van de energieprestatie van gebouwen (EPG) is NEN 7120 sinds 2011 een begrip in de Nederlandse markt. Na de publicatie van een aantal correctiebladen is er nu voor het eerst een wijzigingsblad (A1) gepubliceerd.

nen

Aanleiding voor dit wijzigingsblad is om een aantal nieuwe technieken, die in toenemende mate in de praktijk gebruikt worden, in de norm op te nemen en de methodiek op een aantal aspecten te verbeteren.

Het normontwerp van NEN 7120 is in februari 2016 voor commentaar gepubliceerd. Marktpartijen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om commentaar te leveren. In totaal zijn er over de 60 commentaren/opmerkingen gemaakt.
De normcommissie heeft de ingezonden commentaren besproken en de commentaargevers geïnformeerd over de wijzigingen die zijn aangebracht. Hierop is door enkele betrokken commentaargevers bezwaar gemaakt.
Zorgvuldige afhandeling van de ingediende bezwaren met de stakeholders heeft de nodige tijd gevraagd.

Aanvullingen

Naast een aantal kleine onderwerpen zijn in het wijzigingsblad onder andere de volgende onderwerpen opgenomen/aangepast:

  • de waardering van biomassa;
    een aanpassing van de getalswaarde voor de primaire energiefactor voor elektriciteit;
    de waardering van booster warmtepompen;
    de herziene waardering van W/W (water/water) en B/W (brine/water) en L/W (lucht/water) warmtepompen voor ruimteverwarming;
    de waardering van ventilatieconvectoren;
    de waardering van de elektrische voorverwarming van een natuurlijke toevoerluchtvolumestroom.

Het normontwerp van NEN 7120 is in februari 2016 voor commentaar gepubliceerd. Marktpartijen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om commentaar te leveren. In totaal zijn er over de 60 commentaren/opmerkingen gemaakt.
De normcommissie heeft de ingezonden commentaren besproken en de commentaargevers geïnformeerd over de wijzigingen die zijn aangebracht. Hierop is door enkele betrokken commentaargevers bezwaar gemaakt.
Zorgvuldige afhandeling van de ingediende bezwaren met de stakeholders heeft de nodige tijd gevraagd.

Deze aanpassing van NEN 7120 is naar verwachting de laatste grote inhoudelijke aanpassing van de norm. Dit heeft alles te maken met de ontwikkeling van de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen (NTA 8800), gebaseerd op de Europese normen vanuit de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) in de komende jaren en de introductie van de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).
Dit nieuwe wijzigingsblad A1 bij NEN 7120 wordt gelijktijdig met NEN 7125 gepubliceerd

 


Folie die voorwerpen of gebouwen koelt.

Een team van de Universiteit van Colorado heeft een uit kunststofcomposietmateriaal bestaande folie ontwikkeld, dat in staat is objecten te koelen, ook als ze zijn blootgesteld aan direct zonlicht.
De folie is slechts 50 micrometer dik (vergelijkbaar met een dikke keukenfolie) en zou op rollen geproduceerd grootschalig kunnen worden toegepast.
De werking is gebaseerd op passieve stralingskoeling, waardoor voorwerpen van nature warmte afvoeren in de vorm van infrarode straling, zonder dat daarbij externe energie wordt gebruikt. Het gebouw is daarbij de drijvende kracht.

Bron: Cooling Post

Voor het volledige artikel:
http://www.coolingpost.com/features/scientists-create-film-with-cool-benefits/


NTA voor begroeide daken gepubliceerd

De normcommissie ‘Begroeide Daken’ heeft de NTA voor begroeide daken gepubliceerd.

Deze Nederlands Technische Afspraak (NTA) geeft bepalingsmethoden voor de prestatie van het begroeide dak als geheel in zijn bouwkundige toepassing. Met de NTA is een eerste stap gezet in het vastleggen van de effecten van het dakbegroeiingssysteem op daken op het gebied van windweerstand, waterretentie en brandgevaarlijkheid.
De NTA is bedoeld voor daken met bevestigde of losliggende, gesloten dakbedekkingssystemen voorzien van een dakbegroeiingssysteem en bevat:
- een beschrijving van alle termen en definities die benodigd zijn voor een juiste interpretatie van de NTA;
- de bijdrage die een begroeid dak levert aan de weerstand tegen windbelasting van de dakbedekking en/of het begroeide dak zelf;
- de bijdrage die een begroeid dak levert aan de reductie van de afvoer van hemelwater van begroeide daken naar het riool door waterbuffering en –vertraging;
- een antwoord op de vraag in hoeverre een begroeid dak voldoet aan de brandveiligheidsaspecten van daken.
Met deze NTA heeft de markt informatie in handen waarmee het gemakkelijker wordt om de prestaties van begroeide daken inzichtelijk te maken.

 

 


Instructie over Legionellaveilig beheren van koeltorens

csm isso kennisinstituut home 6df53b0ad7

Nederland telt circa 4.500 natte koeltorens van met name grote gebouwen, zoals kantoren en publieke gebouwen, maar hoe moeten natte koeltorens, hybride koelers en luchtbevochtigers worden beheerd?

Instructies
ISSO organiseert in 2017 de volgende twee instructies, te weten:

• een basisinstructie van 1 dag voor iedereen die met koeltorens en luchtbevochtigers te maken heeft (op 16 februari 2017).
• een aansluitende instructie van 2,5 dag voor risicoanalisten (9 maart, 16 maart en 6 april 2017).

Kijk hier voor meer informatie


Energielabel

Bedrijven die veel energie gebruiken (meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 gas/ jaar) zijn verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen, zodra de terugverdientijd onder de vijf jaar ligt. Minister Blok zet eigenaren van energie slurpende kantoren letterlijk voor “het blok”. Dat wil zeggen dat vanaf 2023 kantoren met een D t/m G-label niet meer mogen worden gebruikt. Bij verkoop, verhuur of oplevering van utiliteitsgebouwen is een geldig energielabel verplicht. In de wet is alleen een maximale hoogte voor een bestuurlijke boete opgenomen als men niet voldoet aan deze verplichting. Deze bedraagt voor rechtspersonen € 20.250,- en voor natuurlijke personen € 405,- De handhaving is in handen van de inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Bron FEDEC


Interactief overzicht op energiewetgeving nu beschikbaar

Naamloos

 

Bent u een eigenaar, (ver)huurder of gebruiker van een bestaand bedrijfsgebouw? Dan bent u volgens wet verplicht om energie te besparen. Welke wetten en regels gelden er precies voor uw specifieke situatie? Er is nu een interactieve tool die snel en gemakkelijk overzicht biedt voor uw specifieke gebouw en uw specifieke organisatie.

U krijgt met de interactieve tool Kompas energiewetgeving gebouwen concrete tips, links en hulpmiddelen. Het Platform Duurzame Huisvesting ontwikkelde de tool.Bekijk het Kompas.

Ook voor zorg- en retailvastgoed, onderwijsgebouwen en bedrijfshallen?

De komende maanden wordt het interactieve Kompas Energiewetgeving verder uitgebreid met alle regels, uitzonderingen en vrijstellingen die gelden voor retail- en zorgvastgoed, onderwijsgebouwen en bedrijfshallen.

Bron RVO


De MKB top 100 en 7 jaar later

 

Op 30 september 2016 verscheen in De Telegraaf een bijlage met als onderwerp Dag van de Innovatie en de MKB Innovatie Top 100.

 

In 2009 eindigden wij succesvol als tweede, met de ontwikkelde Statische indirect werkende dauwpuntkoeling. Uitvinder Peter Uges kreeg helaas gelijk met zijn ter gelegenheid hiervan gemaakte opmerking dat de acceptatie het belangrijkste struikelblok zou worden. Mede gebaseerd op die ervaring, ontstond in 2012 de website van het Airco-kenniscentrum.nl.

 

Zoals bekend richt deze zich behalve op algemene voorlichting over ventilatie en luchtbehandeling, onder anderen ook op het bij opdrachtgevers en architecten onder de aandacht brengen van innovaties.

 

Nu 7 jaar later is er de volgende generatie dauwpuntkoeling. Bijzonder daarbij is dat in dit geval het een en ander werd ontwikkeld in samenwerking met het Airco-kenniscentrum.nl. Met op zich eenvoudige middelen lukte het om tot een ca. 25% capaciteitsverbetering te komen. Hiervoor is patent aangevraagd. Gebaseerd daarop werden in 2016 als praktijkproef een aantal bestaande installaties aangepast. Deze aanpassing had vooral betrekking op het toevoeren van de juiste hoeveelheid water zonder sproeiers.

 

De werking is gebaseerd op absorptie, waarbij een volledig uit kunststof bestaande laag eerst water opneemt en zodra deze is verzadigd, het water zeer gelijkmatig verdeeld en zonder druppelvorming afgeeft. Ook het verlagen van de z.g. oppervlaktespanning speelt bij deze uitvinding een rol. Het gebruik van viscose of andere natuurlijke materialen is daarbij niet toegestaan, omdat die de groei van bacteriën zou kunnen bevorderen. Het resultaat was dat de koelcapaciteit van deze bestaande reeds jaren in bedrijf zijnde installaties in alle gevallen aanzienlijk verbeterde.

 


Energieakkoord


Bedrijven hebben een belangrijk aandeel in het realiseren van de energietransitie. Veel bedrijven zijn al druk bezig hiermee, maar in de meeste branches kan nog veel meer gebeuren. Daarom staat in het SER-energieakkoord van 2013 dat bedrijven en instellingen en extra energie gaan besparen - middels de EPK-pilots. Met de pilots streven we naar een systeem dat bedrijven en instellingen actief stimuleert om blijvend aan de slag te gaan met energiebesparing.


EPK-pilotprojecten uitkomsten positief
Het bedrijfsleven diende in juni 2014 ruim veertig ideeën in voor een EPK pilot als marktinstrument. In overleg met de stakeholders van het energieakkoord startten eind 2014 negen EPK-pilotprojecten met ondersteuning van het Rijk. De uitkomsten van de projecten zijn positief: de EPK-aanpak kan een flinke bijdrage leveren aan de besparingsdoelstelling uit het Energieakkoord, vergelijkbaar met het energiegebruik van alle inwoners van Den Haag.
Ook de bedrijven zijn positief omdat met de geteste EPK’s gemakkelijk en voorspelbaar energiebesparende maatregelen en daarmee kostenbesparingen zijn te realiseren. De EPK maakt het ook veel makkelijker voor bedrijven om te voldoen aan de voorschriften voor energiebesparing in Wet milieubeheer.


Uitrol EPK
VNO en de betrokken branchepartijen werken nu samen met het ministerie van Infrastructuur en Milieu en met de VNG en de lokale overheden aan de verdere implementatie van de EPK. Vanaf vandaag zal er gestart worden met de uitrol van de Energie Prestatie Keuring in heel Nederland. Er zal onder meer een digitale tool voor bedrijven beschikbaar komen waarmee zij een energiemeting kunnen doen en een besparingsplan kunnen opzetten. De EPK wordt uiteindelijk beschikbaar gesteld aan ongeveer 200.000 bedrijven in Nederland.


RVO gaf mede het proces van het EPK-pilot project vorm en faciliteerde onder regie en samen met het ministerie van Infrastructuur & Milieu de uitvoering van de pilot.

 

Bron RVO

 


 

Quickscan duurzame energie voor de industrie

  

Met de Quickscan Duurzame Energie krijgt u een eerste advies over de mogelijkheden van duurzame energie voor uw onderneming. U krijgt ook inzicht in de terugverdientijden op basis van kengetallen.

 

De Quickscan leidt u door een reeks vragen waarna u een beeld krijgt van de opties. Bij het doorlopen van de vragen hebt u enige basiskennis nodig van uw energiesituatie en over de besluitvorming, het beleid en de ambitie van uw bedrijf. Afhankelijk van de aanwezige kennis duurt de scan 1 tot 2 uur.

 

Voor een toelichting op de Quickscan kunt u het webinar bekijken. 

Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen op het gebied van de Quickscan blijven?

Vul dan het Quickscan-formulier in.

 

Bron RVO


logo isso

Bewoner staat centraal in ISSO-publicatie 77 ‘Levensloopgeschikt wonen’

 

Hoe maakt u nieuwe of bestaande woningen levensloopgeschikt?
De technische en bouwkundige adviezen vindt u in de vernieuwde ISSO-publicatie 77 ‘Levensloopgeschikt wonen’ (met uitgebreide checklist en handige foto’s). De praktijkgerichte ISSO-publicatie 77 is:
• een aanvulling op het Programma van Eisen
• vertrekpunt voor een gesprek tussen bewoner, zorgprofessional en comfort installateur. Aanknopingspunt voor uw gesprek zijn zes levensechte profielen van bewoners.

Ook kennis van en voor zorgprofessionals
De basis van ISSO-publicatie 77 is de kennis en ervaringen uit eerdere projecten, zoals Radar 2020, Wel Thuis en Technologie Thuis nu! Daarbij is samengewerkt met essentiële partijen uit de markt.

‘Technici en ergotherapeuten kunnen gebruikmaken van elkaars expertise en elkaar aanvullen. Wellicht verlaagt dit naslagwerk de drempel om samen op te trekken met opdrachtnemers, zorgprofessionals en bewoners,’ aldus Margriet Pol van Ergotherapievereniging Nederland.

Hoe verkrijgbaar?
Publicatie 77 ‘Levensloopgeschikt wonen’ is via de winkel te bekijken en verkrijgbaar voor € 80,- (excl. btw en verzendkosten). De digitale versie is met een abonnement te raadplegen op isso-digitaal.nl. 

 


De volgende deadline van de EPBD-aircokeuring nadert!

 

Volgens de EPBD-aircokeuring moeten eens in de 5 jaar alle airconditioningsystemen met een koelvermogen op gebouwniveau van 12 kW of groter, gekeurd worden. De laatste deadline is op 30 juni 2016.
Voor meer informatie over de EPBD-keuring: www.linkedin.com/company/nvkl

 


 

EcoDesign bij ventilatie en luchtbehandeling streeft een ecologisch efficiënt ontwerp na, waarbij de milieucriteria centraal staan.

 

In het kader van de Europese de Europese 20/20/20-doelstelling, moeten de richtlijnen zorgen voor:

  • 20% minder CO2 uitstoot t.o.v. 1990
  • 20% van de energie moet uit hernieuwbare energiebronnen komen
  • 20% minder energiegebruik

 

Het begrip EcoDesign heeft als doel, om bij het ontwerp van een product of proces niet alleen rekening te houden met technische, menselijke of economische criteria, maar ook vooral met de in aanmerking komende milieucriteria. Bij Ecodesign wordt het vrijkomen van schadelijke stoffen in het milieu zo veel mogelijk vermeden. Het bespaart daarbij vervuilende materialen, zowel bij de productie, als ook bij het weer ontmantelen. Bij dit alles speelt ook het energiegebruik een zeer belangrijke rol. Via de Europese richtlijn EcoDesign 2009/125/EG stelt de Europese Commissie op basis van productstudies voor diverse productgroepen eisen aan het ecologisch ontwerp van energie-gerelateerde producten. Het betreft richtlijnen voor elektrische- en luchtbehandelingsapparatuur, waaraan dient te worden voldaan om zo het ecologische ontwerpen te stimuleren.

 

EU-verordening

De nieuwe EU-verordening ventilatiesystemen is van grote invloed op het installatieontwerp en geldt per 01-01-2016 voor elektromotoren, ventilatoren, warmteterugwinning en woonhuisventilatie. Per 01-01-2018 en 01-01-2012 worden verdere aanscherpingen van kracht. De verordening geldt (nog)niet voor ventilatie-eenheden met WTW en ingebouwde warmtepomp, de comfortkoeler en fancoil.  De afzuigkappen vallen onder keukenapparatuur.

 

Voor de gebruiker/opdrachtgever/architect betekent het dat niet alleen alle nieuwe installaties hier aan moeten voldoen, maar ook bij het uitwisselen (vervangen) de bestaande ventilatoren en hun regeling.

Installatiebedrijven, adviseurs maar ook de architect (grotere technische ruimte) hebben hier mee te maken. Er is daarbij sprake van de keuze woning of utiliteit en twee subcategorieën ventilatie systemen. Het vergt vooral ook voorlichting aan, en overleg met de opdrachtgever.

 

De huidige richtlijn is daarbij van invloed op een groot aantal onderwerpen zoals:

Aanbevelingen (nieuwbouw, vervanging of renovatie)

Balansventilatie

Luchtfilters

Luchtbehandeling, Klimaatbeheersing of Airconditioning

Luchtbehandelingsunit/kast of LBK

Onderhoud

Regelgeving

Twincoilsysteem

Ventilatoren

Woonhuisventilatie

WTW of warmteterugwinning

Zie verder ook:

EcoDesign

EcoDesign-Wikipedia.

 

 


Infrarood(IR)-warmtepanelen

 

Op 1 februari 2016 bestaat het Airco-kenniscentrum.nl vier jaar en kunnen we met ca. 52.000 bezoekers die naar ca. 174.000 onderwerpen keken, spreken van een succesvolle aanpak bij de informatieverstrekking aan de gebruiker, opdrachtgever en architect.

Teleurstellend is echter, dat het bedrijfsleven vaak terughoudend is, zodra het gaat over publicaties bestemd voor gebruikers en opdrachtgevers. Dat is vreemd, omdat zodra een potentiële opdrachtgever op de hoogte is van het bestaan van een in aanmerking komende technologie, zij of hij er in voorkomende gevallen naar zal vragen.

 

Tot op heden werd door ons weinig aandacht besteed aan het aspect verwarming maar ook op dat gebied is het nodige aan de hand, zoals het gebruik van Infrarood(IR)-warmtepanelen. Een nog redelijk onbekend en lastig onderwerp.

De energiebesparing bij het gebruik van IR-verwarming kan oplopen tot ca. 25 à 30 procent. IR-panelen zetten elektriciteit direct om in effectieve stralingswarmte en kunnen toegepast worden op lastig te bereiken locaties, zoals zeer grote of hoge hallen, kantoren en woningen.

 

De combinatie van Infrarood(IR)-warmtepanelen met zonnepanelen, PCM en Bevochtigingskoeling opent bovendien nieuwe mogelijkheden.

 

Ensoc (Energy Society Online) is een platform voor de energieprofessional. Op verzoek van Ensoc en omdat het gebruik van infrarood-warmtepanelen nog omgeven wordt door veel vragen, zette Arno Reijnen, fotograaf en eigenaar van “Infrarood-warmtepanelen.nl”, een aantal vragen en antwoorden op een rij. Het betreft informatie die ook van belang kan zijn voor de architect en opdrachtgevers.

 

Na overleg met de heer Reijnen, is deze publicatie met vragen en antwoorden nu ook beschikbaar op onze website. Zie hier voor het nieuw geïntroduceerde begrip “Infrarood(IR)-verwarming” en bij “lees meer”, deze publicatie.

Het gebruik van deze panelen, eventueel voorzien van een foto o.i.d., of in de vorm van een spiegel, maakt het gebruik niet alleen energetisch maar ook esthetisch erg aantrekkelijk.


Inert gekoeld ventileren met:


- watertoevoer zonder sproeiers
- verminderde invloed van de oppervlaktespanning.

 

Onder inert gekoeld ventileren verstaan we, om met een zeer laag energiegebruik, in een agressieve omgeving-, bij een slechte waterkwaliteit en zonder onderhoud, langdurig te kunnen functioneren.
Onder dauwpuntkoeling verstaan we een diabatisch proces waarbij de mate van koeling afhankelijk is van het dauwpunt. Onder gelijke omstandigheden is de uitgaande temperatuur 3 à 4 K lager dan bij nattebolkoeling.

 

Met verdampend water als natuurlijk koudemiddel, gebaseerd op indirect werkende statische dauwpuntkoeling en het gebruik van zo veel mogelijk kunststof, kenmerkt inert gekoeld ventileren zich door:
1. Een extreem laag energiegebruik
2. Een minimum aan draaiende delen
3. Een minimum aan onderhoud
4. Gebruik in een agressieve omgeving*
5. Geschikt voor het gebruik van ook zout- en agressief water.*

*  Vaak wordt de combinatie HDPE met Polypropyleen of een andere soort kunststof gebruikt.

6. Kan functioneren zonder deskundig technisch personeel

 

Absorptie

Nieuw is het toevoeren van de juiste hoeveelheid water zonder sproeiers, maar door absorptie, waarbij een volledig uit kunststof bestaande sponsvormige laag eerst water opneemt en zodra deze is verzadigd, weer zeer gelijkmatig verdeeld afgeeft aan het koeleroppervlak, zonder het risico van aërosolvorming.
Het gebruik van viscose of andere natuurlijke materialen moet hierbij worden vermeden, omdat die de groei van bacteriën kunnen bevorderen.

 

Oppervlaktespanning

Bij het in bedrijf stellen van bevochtigingskoelers, maar ook bij koeltorens kan de oppervlaktespanning de werking negatief beïnvloeden.
Dank zij een recente uitvinding wordt het mogelijk, die invloed te verminderen door het water over het koeleroppervlak zodanig te verdelen, dat in de stromingsrichting smalle en parallel aaneengeschakelde circuits ontstaan.

 

Testresultaten

Een bestaande sporthal, voorzien van inert gekoeld ventileren met:
o 0 tot 100% buitenlucht (tijdens de test 100%)
o Verdringingsventilatie
o Koeling op leefniveau
o Interne warmtelast is afhankelijk van aantal aanwezige sportende en soort sport
o Zonder WTW, met c.a. 15 % als basis verwarming door de bestaande c.v.
o CO2 vraaggestuurd ( afhankelijk van aantal aanwezige sportende personen)

 

Aangezogen lucht:


Droge bol                                             22,0 °C
Natte bol                                              16,0 °C
Relatieve vochtigheid                             54,0 %
Dauwpunt                                             12,3 °C
Absoluut vochtgehalte                             8,9 gram/kg

 

Gemeten lucht uit                                  14,3 °C
Volgens simulatie programma                 16,2 °C

Resulterend in:                                        1,9 K beter dan gesimuleerd.
                                                              1,7 K beneden de natte bol.

 

In de hal tijdens sporten:                        20,9°C, 827 ppm CO2.

 

zie verdringingsventilatie en koeling op leefniveau

en presentie P.G.H. Uges op You Tube

 


Online database voor energieneutraal bouwen

 

Voor ontwerpers, bouwers, leveranciers, overheden, politici en scholing, is er nu een online database: PassReg-Solutions Open Source (SOS) met informatie over energie neutraal bouwen. In de database kan men de kennis vinden van een aantal Europese bouwpartners over bijna energieneutraal ontwerpen en bouwen.

 

Voor meer informatie: www.passregsos.passiv.de

 

 


 

Kleding bij tropische warmte

 

Bij extreem weer helpt dunne kleding niet en is het eerder contraproductief, als het geen transpiratievocht op kan nemen en dit later weer door verdampen af kan geven.

Verdampen van water kost warmte en koelt daarmee af, blaas maar eens tegen een natte vinger dan wordt deze koud.

Wij transpireren dus om zo het lichaam te koelen, een katoenen T-shirt help daarbij door het verdampen van vocht mogelijk te maken.

 

Zie ook o.a. het begrip “Gevoelstemperatuur

 

 


6 weetjes over installatiegeluid in woningen en woongebouwen

 

1. Volgens Bouwbesluit 2012 mag het karakteristieke installatiegeluid in een verblijfsruimte maximaal 30 dB zijn.

2. Een belangrijke bijdrage aan de geluidproductie in verblijfsruimten komt van het stromingsgeluid van ventilatieventielen.

3. Het geluidvermogen niveau van HR-ketels wordt bepaald door de branders en rookgasventilatoren in combinatie met de omhulling van de ketel.

4. Getik in warmtepompleidingen kan ontstaan doordat de leidingbeugels te strak zijn aangedraaid of zonder rubber inlage zijn uitgevoerd.

5. Een bewoner is toleranter voor het geluid van zijn eigen closet dat die van de buren. Daarom mag (conform onder meer NEN 1070) het closetgeluid in eigen woning circa 10 dB hoger zijn dan die van de buurwoning.

6. De akoestische geluidbronnen van parkeergaragedeuren zijn de elektromotor, het geleide systeem en de koppelingswijze aan het gebouw

 

Meer weten?
De NTR 5076 'Installatiegeluid in woningen en woongebouwen' is voor € 65,- (excl. verzendkosten en btw) te bestellen.
De digitale versie is met een abonnement te raadplegen op isso-digitaal.nl.

 

logo isso


Norm voor koellastberekening wijzigt

Persbericht - 2015-05-12

e88125af 83b5 4f7a a168 a6c9ce697bcd airconditioning systeem 150x150

 

NEN 5067 beschrijft de bepaling van het benodigde koelvermogen in klimaatregelinstallaties (airconditioning).

 

Deze nationale norm wordt aangepast of vervangen door de Europese NEN-EN 16798-11 die aansluit bij de normenreeks voor energieprestatie van gebouwen. Het normontwerp van NEN-EN 16798-11 is nu gereed en ter commentaar gepubliceerd.

 

Belanghebbenden kunnen hier tot 15 juli op reageren. Met de komst van deze nieuwe Europese norm wordt de methode voor koellastberekening gewijzigd en in zijn algemeenheid simpeler. Voorbeelden en toelichting komen in Technisch Rapport CEN/TR 16798-12 (in ontwikkeling).

 

Vochtigheid

NEN-EN 16798-11 gaat uit van de vochtigheid in de toevoerlucht zoals berekend volgens prEN-ISO 52016-1 'Energy performance of buildings — Calculation of the energy needs for heating and cooling, internal temperatures and heating and cooling load in a building or building zone — Part 1: Calculation procedures'. Deze laatste norm is ook in ontwikkeling, maar de stemtermijn voor belanghebbenden die geen lid zijn van de NEN-normcommissie is inmiddels verlopen. 

Oppervlakte

Vanwege de enorme verschillen per land wordt er in de Europese normen vrij weinig gezegd over oppervlaktebepaling. De voorschriften voor de oppervlakte uit NEN 5067 kunnen dus hetzelfde blijven. Dit kan een nationale bijlage bij NEN-EN 16798-11 worden, of een uitgedunde NEN 5067.

Doel

NEN-EN 16798-11 moet een uniforme basis bieden voor het opstellen van bestekken, functiegaranties en aanbiedingen en beproevingsregels van klimaatregelinstallaties. Daarnaast zullen gebouwen waarvan de klimaatinstallatie is ontworpen volgens NEN-EN 16798 in normale gevallen aan de gestelde eisen voldoen. 

Commentaar indienen

Belanghebbenden kunnen tot 15 juli commentaar indienen op het voorstel via www.normontwerpen.nen.nl. Dit commentaar wordt in de normcommissie 351 074 25 'Europese en mondiale normalisatie klimaatbeheersing' besproken en in de Europese Technische Commissie ingebracht voor verwerking. Als de commentaren uit heel Europa zijn verwerkt, gecontroleerd en akkoord bevonden, wordt de norm in 2016 gepubliceerd. Ondertussen bekijkt de normcommissie wat er met NEN 5067 gaat gebeuren. 

Meer informatie

Voor inhoudelijke informatie over deze norm(en) of over het normalisatieproces: ir. Annet van der Horn, consultant Bouw & Installatie, telefoon (015) 2 690 286 of e-mail Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken..

 


 

Nieuwe Nederlandse ontwikkeling

 

Zie bij innovaties berichtgeving betreffende Tripple Aqua.

 

 


 

Bij gerealiseerde innovaties: Verwarming via een ijsbuffer.

Een in Duitsland al geaccepteerde techniek, maar in ons land nog amper toegepast. Het gemeentehuis van Peel en Maas en een groot woon- en zorgcomplex in Nijmegen gaan volgend jaar met een dergelijk systeem het gebouw verwarmen en koelen.

 

Zie: 

bij gerealiseerde innovaties

 
 

Per 2015 verplichte keuringen airconditioningsystemen in gebouwen

 

Airconditioningsystemen in gebouwen met een koelvermogen van 12-45 kW die 10 jaar of ouder zijn, moesten vóór 31 december 2014 zijn gekeurd.


Sinds 1 december 2013 is de verplichte EPBD-keuring voor airconditioningsystemen van kracht. Dit houdt in dat airconditioningsystemen van gebouwen en woningen eens in de 5 jaar gekeurd moeten worden. Deze verplichting geldt voor airconditioningsystemen in gebouwen met een totaal koelvermogen op gebouwniveau van meer dan 12 kW.

 

Airconditioningsysteem

Het tijdstip van de eerste keuring is afhankelijk van de klasse en het tijdstip van ingebruikname van het betreffende airconditioningsysteem.

 

Klasse 1 = 12-45 kW

-  Bouwjaar: ouder dan 1 december 2003 Uiterste keuringsdatum 31 december 2014

-  Bouwjaar: 1 december 2003 tot 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 31 december 2015

-  Bouwjaar: na 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 30 juni 2016

 

Klasse 2 = 45-270kW

- Bouwjaar: ouder dan 1 december 2003 Uiterste keuringsdatum 30 juni 2015
- Bouwjaar: 1 december 2003 tot 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 31 december 2015
- Bouwjaar: na 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 30 juni 2016

 

Klasse 3 = > 270 kW
- Bouwjaar: ouder dan 1 december 2003 Uiterste keuringsdatum 30 juni 2015
- Bouwjaar: 1 december 2003 tot 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 31 december 2015
- Bouwjaar: na 1 december 2008 Uiterste keuringsdatum 30 juni 2016

 

Na de eerste keuring geldt een 5-jaarlijkse herkeuringsplicht.
Een deskundige onderzoekt dan het rendement van de airconditioning en de dimensionering, gelet op de koelingbehoefte van het gebouw.

 

Energiekosten besparing
Met de maatregel wordt de energieprestatie van gebouwen verbeterd. Een goed afgesteld
airconditioningsysteem bespaart al snel 10 tot 30 op de jaarlijkse energiekosten. Bovendien is er 5 tot 35 minder kans op storingen en kunnen gebruikers van het gebouw veiliger, gezonder en comfortabeler werken.

 

Gebouweigenaren
In eerste instantie is de eigenaar van het gebouw verantwoordelijk voor het laten keuren van het
airconditioningsysteem. Alleen als in de huurovereenkomst schriftelijk is afgesproken dat de huurder
verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer van het airconditioningsysteem, is de huurder
verantwoordelijk voor het laten keuren van het airconditioningsysteem.


EPBD-deskundige
Gebouweigenaren (of huurders) zijn verplicht voor de aircokeuring een deskundige in te schakelen
met een diploma EPBD-A Airconditioningsystemen én/of een EPBD-B Airconditioningsystemen. Voor
airconditioningsystemen klasse 1 (tussen 12 kW en 45 kW) moet de deskundige in het bezit zijn van
een diploma EPBD-A. Voor airconditioningsystemen klasse 2 en 3 (groter dan 45 kW) is ook het
diploma EPBD-B vereist.

 

Inspectie Leefomgeving
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is verantwoordelijk voor de handhaving van de
verplichte keuringen. ILT zal vanaf 1 januari 2015 met steekproeven controleren of de aircoregeling
goed wordt nageleefd. Gebouweigenaren (of huurders) die niet voldoen aan de keuringsplicht van
hun airconditioningsysteem riskeren een dwangsom.

 


 

De Nederlandse energieprestatienorm voor gebouwen NEN 7120 zal in 2016 worden vervangen door nieuwe Europese normen. Wat gaat dat betekenen en wat is de Nederlandse inbreng?

 

Even terug naar het recente verleden

Op 11 mei 2007 schreef het KNVvK-bestuur aan de toenmalige minister J. Cramer een brief betreffende de dan al op stapel staande wijzigingen van de EPN. Op 5 december 2007 volgde een antwoord met de mededeling dat het Ministerie van VROM aan NEN in 2008 een opdracht zou geven voor het ontwikkelen van een toekomstgerichte norm, die ook voor strengere energieprestatie-eisen dan tot dan toe geschikt is en die rekening houdt met een aantal ideeën en suggesties van alle betrokken marktpartijen. Bovendien schreef het Ministerie dat het KNVvK verzoek/aandachtspunt bij de voorstellen van NEN zou worden meegenomen.

Het was voor de KNVvK dan ook uiterst teleurstellend toen bleek dat de nieuwe z.g. Groene versie van "NEN 7120 Energieprestatie Gebouwen "niet voldeed aan die verwachtingen, maar juist belemmerend zou werken bij de toepassing van niet in de norm opgenomen energiebesparende technologieën. Zo kwamen onderwerpen als Verdampingskoeling met water als koudemiddel, PCM's (Phase Change Materials) en Bio-massa totaal niet aan de orde.

 

De KNVvK besloot zich hierbij niet neer te leggen en heeft op 8 en 30 juli 2009 formeel commentaar gegeven en bezwaar aangetekend. De Vereniging werd daarbij gesteund door meerdere betrokken bedrijven.
Resultaat: de toepassing van PCM's viel helaas vooralsnog buiten de boot en de KNVvK schreef een normatieve aanvulling voor zowel Verdampingskoeling als het gebruik van Biomassa. Uiteindelijk werd wel de aanvulling betreffende Verdampingskoeling opgenomen in NEN 7120, maar viel het gebruik van Biomassa af omdat moest worden gewacht op een rapportage van het Ministerie.

 

Ondertussen zijn we amper 5 jaar verder of er is al aangekondigd dat NEN 7120 in 2016 zal worden vervangen. Wordt nu wel rekening gehouden met Bio-massa, PCM. en ontwikkelingen zoals koudeopslag via TBAB-hydraat slurry?
En hoe gaan we met dit alles om binnen het Bouwbesluit?

 

Zie ook


 

Houd 't hoofd koel

Bron: De Telegraaf. Weekeinde 28 juni 2014

 

Houdt hoofd koel Telegraaf 28-6-2014

 


ISSO-publicatie 39 aangepast aan regelgeving over WKO


Gecertificeerde bedrijven, adviseurs en installateurs in WKO-systemen opgelet! ISSO-publicatie 39 is vernieuwd.

Vanaf 1 oktober 2014 mogen alle werkzaamheden aan bodemenergiesystemen alleen nog worden uitgevoerd door gecertificeerde bedrijven. Dit geldt voor ontwerp, installatie en beheer. De open systemen worden behandeld in ISSO-publicatie 39 'Energiecentrale met warmte- en koudeopslag'. Bent u gecertificeerd, dan is deze praktijkgerichte publicatie voor u een onmisbaar instrument.

 

Methode voor rendementberekening
De publicatie reikt ook een methode aan om het rendement van WKO-systemen te bepalen, over een jaar genomen. Deze gegevens zijn nodig om de Seasonal Performance Factor (SPF) te kunnen bepalen. De nieuwe regelgeving stelt het registreren en het rapporteren van de SPF verplicht.

 

Bestellen
ISSO-publicatie 39 is verschenen in boekvorm en digitaal. Het boek kost € 130,- (excl. btw). De digitale versie is met een abonnement te raadplegen via www.isso-digitaal.nl

 

 


 

Een aanrader

NATUURKUNDE VOOR DUMMIES, 2E EDITIEdummies
Auteur Steven Holzner
ISBN 9789043025898

Veel van de koeltechnische processen kunnen worden teruggevoerd tot basis-principes en thermodynamica.

Bij koeltechniek en luchtbehandeling gaat het niet alleen over de temperatuur maar ook over verdampen, condenseren, stollen (bevriezen), drogen, bevochtigen enz.
Het is gebaseerd op meerdere natuurlijke basis-begrippen en thermodynamica.
De tweede editie van Natuurkunde voor Dummies biedt een prettige inleiding in de beginselen van de natuurkunde. Van atomen tot zwaartekracht - en alles daartussenin, auteur Steven Holzner neemt je in dit boek mee langs alle onderwerpen uit de natuurkundelessen op school. Aan de hand van aansprekende voorbeelden uit de wereld om je heen krijg je begrijpelijke uitleg over moeilijke kwesties. Bovendien worden de wetten van de thermodynamica uitvoerig op een rijtje gezet en voor de liefhebbers ook ruime aandacht voor de kwantummechanica en de relativiteitstheorie.

 

 


 

ISSO-publicatie over individuele en kleine elektrische warmtepompsystemen voor woningbouw

Het wettelijke besluit Bodemenergiesystemen stelt kwaliteitseisen aan ontwerp, uitvoering en beheer van warmtepompsystemen in bodemenergiesystemen. Volgens de certificeringsregels voor open en gesloten bodemenergiesystemen voor individuele woningen gebruikt u ISSO-publicatie 72 voor het warmtepompsysteem. Deze publicatie is geactualiseerd. De nieuwe versie voldoet geheel aan Bouwbesluit 2012 en in het bijzonder aan het besluit Bodemenergiesystemen. Handleiding voor warmtepompsystemen ISSO-publicatie 72 is ingericht op de praktijk. De handleiding beschrijft het ontwerp van individuele en kleine elektrische warmtepompssytemen voor woningen en appartementen. U krijgt snel inzicht in het reilen en zeilen van de: • warmtepompboiler • warmtepomp voor ruimteverwarming en optioneel vrije koeling • warmtepomp voor ruimteverwarming en warmtapwaterbereiding met een combiwarmtepomp en optioneel vrije koeling.

Bestellen

De nieuwe ISSO-publicatie 72 is verschenen in boekvorm en digitaal. Het boek kost € 75,- (excl. btw). De digitale versie is met een abonnement te raadplegen via www.isso-digitaal.nl.

 


 

ISSO-publicatie 27 Kwaliteitseisen luchtfilters voor ventilatiesystemen en luchtreinigers

 

Deze publicatie is een compleet herziene uitgave van ISSO-publicatie 27 'Luchtfilters voor comfortinstallaties' van 1990 [1].
Voor het juist toepassen van luchtfilters is het noodzakelijk inzicht te hebben in de aard van de verontreinigingen die in de buitenlucht voorkomen en die in de leefruimte zelf. De filterklasse wordt gekozen op basis van deze verontreinigingen en de gewenste luchtkwaliteit. Met randvoorwaarden als vereiste standtijd, energiegebruik en filterkosten wordt de filterinstallatie ontworpen. Behalve voor de woningbouw en de utiliteitsbouw wordt ook aandacht besteed aan luchtfilters in luchtreinigers en in speciale toepassingen zoals operatiekamers, cleanrooms en klimaatkamers.
Filtermontageframes moeten lekdicht in de ventilatieunit/ luchtbehandelingsunit gemonteerd worden. Op hun beurt moeten de filters weer lekdicht in de filtermontageframes gemonteerd worden. Dit kan alleen wanneer de frames correct zijn aangebracht en er voldoende werkruimte en verlichting rond de filters beschikbaar is. Het kanalenwerk van en naar de filters moet ook aan reinheidseisen voldoen om een goede luchtkwaliteit in de vertrekken te realiseren.
Nadat een luchtfilterinstallatie geïnstalleerd en opgeleverd is, moet ervoor gezorgd worden dat de luchtfilterinstallatie blijft doen waar hij voor ontworpen is. Hiervoor is periodiek onderhoud noodzakelijk. In deze publicatie worden richtlijnen voor het opstellen van een onderhoudsplan gegeven. Het gaat hierbij niet alleen om vervangingstermijnen van luchtfilters maar ook om de werkwijze om de verontreinigde luchtfilters verantwoord te vervangen en af te voeren. Daarnaast wordt aangegeven hoe te handelen bij calamiteiten in de buurt van het beschouwde gebouw waardoor de luchtfilters vervuild raken.
Ten behoeve van kwaliteitszorgsystemen zijn in het 2e deel van de publicatie specificatiebladen met kwaliteitseisen opgenomen, volgens het MKK-model.

Voor meer informatie

 


 

Nieuwe ISSO-publicaties 102 en 103 ter verbetering van functioneren klimaatinstallaties

De klimaatinstallaties van circa 70% van de gebouwen in Nederland functioneren niet zoals beoogd. Twee nieuwe uitgaven geven richtlijnen hoe u deze situatie verbetert. Ze behandelen prestatie-indicatoren en het monitoren daarvan.

Doorgaans leveren partijen goede kwaliteit en prestaties wanneer ze verantwoordelijk en financieel afhankelijk zijn van de geleverde prestaties. Modellen voor dergelijke contracten staan beschreven in de nieuwe ISSO-publicatie 102 'Prestatie-indicatoren voor Duurzaam Beheer en Onderhoud'. Publicatie 102 beschrijft de eisen en afspraken die nodig zijn om te komen tot de gewenste kwaliteit. Behandelt worden prestaties in termen van gezondheid, comfort en energiegebruik. Deze worden omschreven in prestatie-eisen.

Meten van de kwaliteit
De afgesproken prestatie-indicatoren worden bewaakt aan de hand van de nieuwe ISSO-publicatie 103 'Monitoren van Duurzaam Beheer en Onderhoud'. De publicatie geeft praktische richtlijnen en handvatten voor het monitoren waardoor informatie word verkregen over de kwaliteit van beheer en onderhoud. Duidelijk wordt of de installaties optimaal presteren.

Hoe verkrijgbaar?
ISSO-publicaties 102 en 103 bestaan in boekvorm en digitaal. De boeken zijn voor € 70.- (excl. verzendkosten en btw) per stuk te bestellen via de winkel op isso.nl. De digitale versies zijn met een abonnement te raadplegen via isso-digitaal.nl.