Hoewel verdringingsventilatie bij iedere vorm van luchtbehandeling kan worden toegepast, is juist de verdampingskoeling daarbij gebruikmakend van 100% buitenlucht, hiervoor geschikt. Bij het gebruik van verdringingsventilatie wordt de koelcapaciteit uitsluitend bepaald door de koelcapaciteit in de leefzone, dat wil zeggen met een hoogte van ca. tot 2,5 meter. De vrijkomende warmte van de verlichting, zonnebelasting van een plat dak en de er opgestelde warmtebronnen zoals machines, kunnen, gebruikmakend van verdringingventilatie rechtstreeks naar buiten worden afgevoerd met de lucht. Zij spelen daardoor geen noemenswaardige rol bij het berekenen van de af te voeren (lees weg te koelen) voelbare warmte.

Bij de combinatie verdampingskoeling met 100% buitenlucht en verdringingsventilatie met een lichte overdruk, kunnen deuren en ramen worden geopend zonder dat dit van invloed is op het energiegebruik en zonder dat het binnen klimaat daarbij ernstig wordt verstoord.

Kenmerkend is dat ingebrachte lucht op vloerniveau of zo laag mogelijk in de ruimte wordt toegevoerd. Deze lucht druk dan als het ware de aanwezige warme en/of vervuilde lucht voor zich uit naar buiten.

Voordelen:

Het gebruik van 100% buitenlucht met bevochtigingskoeling, maakt van de toepassing van bevochtigingskoeling (verdampingskoeling) met verdampend water als koudemiddel een milieuvriendelijke optie.

Bij verdringingsventilatie wordt extra aandacht gevraagd voor het verwarmingsaspect. Het gebruik van vloerverwarming en of stralingsverwarming wordt hier aanbevolen.

 

De energetisch aspecten van koeling met verdringingsventilatie

Stel: men verlangt een ruimtetemperatuur van ca. 23°C. Om de gewenste koeling te verkrijgen is bij verdringingsventilatie 19 á 20°C inblaastemperatuur voldoende. Kiest men echter voor luchtrecirculatie dan moet de gehele inhoud van de te koelen ruimte worden gekoeld en dus ook boven het leefniveau. Bij recirculatie mengt de ingeblazen lucht zich met de aanwezige lucht en ontstaat een mengtemperatuur. Om daarmee een zelfde ruimtetemperatuur te bereiken moet lucht van 13°C worden ingevoerd, dat wil zeggen bij dit voorbeeld 19°C – 13 °C = 6K lager. Het afkoelen tot 13°C heeft, vergeleken met 19°C een negatieve invloed op het energiegebruik van een conventionele koelinstallatie.