Voorbeelden van het gebruik van duurzame energie

    • Indirecte bevochtigingskoeling met verdampend water als koudemiddel. Een alternatief met een extreem laag energiegebruik. (Bevochtigingskoeling)
    • Het duurzaam koelen van datacentra en met bevochtigingskoeling (Datacentra).
    •    

Lees PDF

  • Het gebruik van pcm's, gecombineerd met vrijekoeling en bevochtigingskoeling, voor moderne lichtgeconstrueerde gebouwen met relatief veel glasoppervlak. (PCM)
  • Het gebruik van biomassa als warmtebron.(Biomassa)
  • Een goed voorbeeld is het informatiecentrum Ecofactorij te Apeldoorn, waar zowel pcm's, vrijekoeling, dauwpuntkoeling, als biomassa worden gebruikt voor het klimatiseren van het gebouw. (zie PDF: Ecofactorij)
  • Het energie-effectief gebruik van WKO met warmtepomp en die van betonkernactivering, alsmede ook de toepassing van oppervlakte-activering met water dat fijnmazig wordt verdeeld over het oppervlak. De oppervlakte-activering kan ook worden uitgevoerd met pcm's.

Ze vergen extra kennis en ervaring van zowel de raadgevend ingenieur als de installateur. Het betreft over het algemeen grotere projecten van af 1000 m2 bvo (brutovloeroppervlak).(WKO) (Betonkernactivering) (Oppervlakte-activering)

  • Het gebruik van koud water als koudedrager uit de onderste laag van een diep meer. (Koudedrager)

 duurzame energie

Slim energiezuinig gebruik en ontwerpen

  • Maak zo veel mogelijk gebruik van het koelvermogen van de aangezogen buitenlucht. (Vrije koeling of free cooling)
  • Vergeleken met volledige airconditioning vraagt topkoeling minder koelcapaciteit en daarmee een lager energiegebruik. (Topkoeling)
  • Ontvochtigen kost extra energie, die als condensaat (water) via het riool wegloopt en geen bijdrage levert aan het verlagen van de ruimtetemperatuur. (Voelbare en latente warmte)
  • Een misverstand is dat de koeling gedurende de nacht moet worden uitgeschakeld. Het gebouw is dan niet in de gelegenheid de in de wanden opgeslagen warmte af te voeren en kou in de wanden op te slaan. De volgende morgen begint dan met een achterstand in koeling, in plaats van met een koudebuffer.

Probeer het eens uit en laat uw installatie gedurende de nacht aan staan. U zult verbaasd zijn over het resultaat. Het energiegebruik zal bij de meeste installaties maar weinig stijgen. Gebruik zo mogelijk bovendien de combinatie met vrije koeling.

  • Vooral bij goedkopere luchtgekoelde airconditioners, warmtepompen en koudwateraggregaten (chillers) wordt op de kostprijs bezuinigd, door het gebruik van krap bemeten koelers en/of condensors. Krap bemeten koelers werken bij lagere verdampingstemperaturen en ontvochtigen de lucht extra. Krap bemeten condensors verhogen de condensatiedruk onnodig. Door dit alles veroorzaken ze een aanzienlijke stijging van het energiegebruik. Hier is dan duidelijk sprake van goedkoop is duurkoop. (Conventionele koeling)
  • Het gebruik van de invertertechnologie (toerenregeling koelcompressor). Bij conventionele airconditioners en warmtepompen werkend met de traditionele koudemiddelen (HFK's), geeft dat een aanzienlijke energiebesparing, als men die vergelijkt met standaardunits voorzien van een compressor met vast toerental. (Invertertechnologie)
  • Over het algemeen wordt bij conventionele airconditioning de lucht afgekoeld tot ca. 13 á 14 °C. en vermengd met de in de ruimte aanwezige lucht. Hoe lager die inblaastemperatuur, hoe lager de koelcapaciteit, maar ook hoe hoger het energiegebruik. (Verdampingstemperatuur en druk)
  • Van belang is dat het condensoroppervlak regelmatig worden gereinigd. Dit niet tijdig reinigen verhoogt de condensatiedruk en daarmee het energiegebruik aanzienlijk. Het kan zelfs het uitvallen van de koelinstallatie tot gevolg hebben op momenten dat juist veel koelcapaciteit wordt gevraagd, zoals tijdens zeer warme zomerse dagen. (Condensatietemperatuur of druk)
  • Bij conventionele luchtgekoelde koelinstallaties zakt de koelcapaciteit en stijgt het energiegebruik zodra de buitenluchttemperatuur stijgt. Het gebruik van een hybride condensor (de combinatie luchtkoeling en verdampend water) is dan een verantwoorde oplossing. (Koeltorens)
  • Zowel de radiaal- als de axiaalventilator, zijn leverbaar als een regelbare gelijkstroomventilator met ingebouwde toerenregeling. Vanwege het vooral bij deellast veel lagere energiegebruik, wordt het gebruik aanbevolen. (Ventilator)
  • Het ventileren van een ruimte, maar ook het voldoen aan de EPC is verplicht. Een eenvoudige maatregel daarbij is het gebruik van warmteterugwinning. (EPC/EPN) (WTW)
  • Bij verdringingsventilatie wordt de gekoelde lucht slechts een paar graden beneden, of bijna op de ruimtetemperatuur ingeblazen. De lucht wordt dan onder in de ruimte toegevoerd en van boven afgezogen. De warmte van lampen, opgestelde apparatuur en het (platte)dak, wordt direct met de luchtstroom naar buiten afgevoerd en is bijna niet van invloed op de benodigde koelcapaciteit. Het resulteert in een aanzienlijk lager energiegebruik. (Verdringingsventilatie)
  • Bij koeling van uitsluitend de leefzone, hoeft men weinig tot geen rekening te houden  met de warmteontwikkeling boven die leefzone. De benodigde koelcapaciteit is daardoor beduidend lager. (Leefniveau)
  • Gebruik energiemonitoring in op te leveren gebouwen, waarmee de afgesproken systemen- en energieprestaties dagelijks gevolgd en geoptimaliseerd kunnen worden.
      Zie

RCC 9-2011 Energiebesparing mislukt door gebrek aan praktische kennis.pdf