Bij gebruik van lucht als energie dragend medium voor de activering, wordt koudere verversingslucht door de kern van een massieve betonvloer gevoerd. De overtollige warmte migreert uit het vertrek naar de koudere betonkern. Gedurende de dagcyclus neemt het beton gering in temperatuur toe. Bij passage door de betonkern warmt de verversingslucht op tot iets beneden de vertrekluchttemperatuur, waardoor de verversingslucht vrijwel isotherm (d.i. met gelijke temperatuur) zonder tochtverschijnselen aan het vertrek kan worden toegevoerd. De geaccumuleerde dagwarmte wordt met vrij beschikbare koudere nachtlucht actief uit het beton afgevoerd.

Bij gebruik van water wordt dit door een kunststof leidingstelsel in het meest massieve deel van een doorgaans half massieve betonvloer gevoerd. Afhankelijk van de thermische omstandigheden is het water verwarmd of gekoeld waarbij de (beton)massa op een zo gelijk mogelijke temperatuur wordt gehouden. De accumulatie-capaciteit is minder dan die van de massieve vloer. Toegepast in een massieve vloer bevindt dit stelsel zich in de onderste helft daarvan. Bij dalende vertrektemperatuur geeft het beton warmte af aan het vertrek; andersom geeft het vertrek de overtollige warmte af aan het beton, die via het water in het leidingstelsel verder wordt afgevoerd.

Voor extra informatie zie onderstaand:

Bij toepassing van betonkernactivering met lucht wordt de benodigde koudere verversingslucht via aluminium buizen (60 en 80mm) door de kern van een massieve betonvloer gevoerd. Voor een effectieve warmte-overdracht van beton naar de doorstromende koudere lucht zijn de buizen inwendig in de lengterichting van reinigbare ribben voorzien. De temperatuur van de betonkern daalt en tegelijkertijd neemt die van de doorstromende lucht toe tot iets beneden de betonoppervlaktetemperatuur. Het verschil tussen de ruimtetemperatuur en die van de betonkern is de drijvende kracht van een warmtestroom uit het vertrek naar de betonkern. Het ‘aanbod’ in het vertrek door warmte van personen, verlichting en apparatuur verwarmt in feite de door de kern stromende verversingslucht. Stijging van de vertrektemperatuur door externe warmte, hogere buitenluchttemperatuur en zonlicht, accumuleert in de betonmassa die hierdoor in de loop van de dag met ca. 1,5K (1,5°C.) toeneemt. Gedurende de nachtcyclus van het systeem wordt de vrij beschikbare koelere buitenlucht door de betonkern gevoerd tot dat de begin-(dag)situatie is bereikt; retourlucht uit het gebouw ca. 22°C. Dit systeem maakt het mogelijk met uitsluitend gebruik van het verversingsluchtdebiet bv. in combinatie met een geavanceerd luchtkoelsysteem gedurende een zomercyclus van bv. 6 dagen de stijging van de binnentemperatuur tot 25,5⁰C te beperken zonder mechanische of andere aanvullende koelmethoden. Afhankelijk van de omstandigheden kan worden volstaan met een massieve betonplafond/vloerdikte van 200-300mm. De hoge effectiviteit van de nachtkoeling is gelegen in directe koeling van de kern.

Behalve met lucht bestaat ook een systeem werkend met circulerend water door slangen in een gedeelte van de vloer met voldoende massa. Hierbij wordt de vloertemperatuur op ca. 22⁰C gehouden door het water te koelen of te verwarmen.