Biomassa is een verzamelnaam voor organisch materiaal, dat in een bepaalde mate gebruikt kan worden voor energieopwekking zonder de voorraad aan te tasten. Het is een energiebron die verschillende van planten en dieren afkomstige grondstoffen omvat: bosbouwproducten, specifieke energiegewassen en restproducten van landbouw, industrie en huishoudens.
Momenteel zijn er in Nederland meer dan 1000 installaties in gebruik, vooral bij de houtverwerkende industrie, maar in toenemende mate ook voor verwarming van utiliteitsgebouwen. De technologie is commercieel beschikbaar, brandstofeigenschappen zijn gestandaardiseerd en de installaties voldoen aan emissie-eisen zoals vastgelegd in de NeR-F7 Installaties voor de verbranding van schoon resthout. Het is een bewezen techniek, al of niet in combinatie met conventionele technieken. Het op grote schaal toepassen van biomassaketels in zowel de utiliteit, woningbouw en industrie geeft een antwoord op het verduurzamen van de warmtevraag. Het kan sterk bijdragen aan het terugdringen van de CO2-emissie. Biomassa kan zowel vast, vloeibaar als gasvormig zijn.
Biomassa dient gecertificeerd te zijn volgens NTA 8080.:2009. Deze NTA beschrijft de eisen voor duurzame biomassa ten behoeve van energiedoeleinden (elektriciteit, warmte & koude en transportbrandstof).

De EIA heeft als definities:

Biomassa
Materiaal dat voor wat betreft de massa van de brandbare componenten geheel of nagenoeg geheel bestaat uit koolstofverbindingen afkomstig uit een korte CO2-cyclus, waarbij geldt dat de eventueel in het materiaal aanwezige koolstofverbindingen afkomstig uit een lange CO2-cyclus onvermijdelijk in het materiaal aanwezig zijn. Hierbij mag geen sprake zijn van bijstook van kunststoffen of bijmenging van kunststoffen.

Voorbeelden van biomassa zijn de volgende materiaalstromen:

  • houtafval, sloophout, snoeihout, dunningshout en andere houtachtige stromen;
  • stro, bermmaaisel, riet, mest en overige agrarische residuen;
  • residuen van de papierindustrie, mits deze geen kunststoffen bevatten;
  • oud papier en karton;
  • steekvast papierslib of steekvast rioolwaterzuiveringsslib;
  • specifiek voor het inzetten van duurzame energie geteelde gewassen of delen ervan;
  • organische residuen uit de voedings- en genotmiddelenindustrie.

Afval
Onder afval wordt hier verstaan de terminaal te verwijderen, niet-selectief ingezamelde fracties (restafval, grofvuil en gemeentevuil met inbegrip straatvuil, veegvuil, marktafval, opruiming van sluikstorten, zwerfvuil) en de selectief ingezamelde fracties (aan huis en via containerparken).